Toevoegingsmiddelen
Toevoegingsmiddelen zijn volgens Verordening (EG) no. 1831/2003 stoffen, micro-organismen of preparaten die geen voedermiddelen noch voormengsels zijn en die opzettelijk aan diervoeder of water worden toegevoegd met name met het oog op een of meer van de volgende functies:
a) de eigenschappen van diervoeder gunstig beïnvloeden;
b) de eigenschappen van dierlijke producten gunstig beïnvloeden;
c) de kleuren van siervissen en -vogels gunstig beïnvloeden;
d) voldoen aan de voedingsbehoeften van dieren;
e) het milieu-effect van de dierlijke productie gunstig beïnvloeden;
f) de dierlijke productie, prestaties of welzijn gunstig beïnvloeden, met name door in te werken op de maag- en darmflora of op de verteerbaarheid van de diervoeders, of
g) een coccidiostatische of histomonostatische werking teweeg te brengen.
Vanuit deze functies zijn een viertal Categorieën van toevoegingsmiddelen gedefinieerd (bijv. Zoötechnische toevoegingsmiddelen, Cat. 4) en per categorie een aantal zg. Functionele groepen (bijv. Verteringsbevorderaars, Cat. 4a). Toevoegingsmiddelen worden pas toegelaten na een uitgebreide risico evaluatie door EFSA van het ingediende dossier en publicatie van een Toelatingsverordening (bij een positieve EFSA beoordeling) door de Europese Commissie.